6. CO2: Fixatie + licht

Bij voldoende licht zal de plant CO2 gebruiken als koolstofbron. Dit noemen we fixatie. De photosynthese-curve zoals we die gezien hebben in artikel 3 is bepaald door te meten hoeveel CO2 de plant fixeerde bij een bepaalde golflengte.

De lichtintensiteit bepaald hoeveel CO2 er gedurende een bepaalde tijdsperiode kan worden opgenomen. In het volgende voorbeeld laten we een situatie zien wat er gebeurt bij 1 of 2 ingeschakelde TL-buizen.

In figuur 2 zien we duidelijk dat meer licht leidt tot een hogere CO2-fixatie en dus een grotere behoefteaan beschikbaar CO2.


Beschikbaar CO2 in het water

Er bestaat een relatie tussen de pH en de KH die ons iets kan zeggen over de hoeveelheid CO2 die voorkomt in het aquariumwater. De volgende tabel geeft een indicatie :

RICHTTABEL OPTIMAAL CO2 BEREIK

Let wel, deze tabel geeft dus een indicatie van het CO2-gehalte in relatie tot de pH en KH (carbonaathardheid in duitse hardheidsgraden). Als we de pH en de KH meten, kunnen we eenvoudig het globale CO2-gehalte (in mg CO2 per liter) bepalen. Ideaal is een pH van 6,6 en KH van 3 tot 4. Dit betekent zwakzuur water met een redelijke carbonaathardheid.

Het ideale CO2-gehalte 

  • lager dan 5 mg CO2 / ltr : te weinig CO2 voor voldoende assimilatie
  • tussen 15 - 30 mg CO2 / ltr : ideaal en genoeg CO2 voor optimale assimilatie
  • hoger dan 30 mg CO2 / ltr : remt in het algemeen de groei van de vissen af; erg hoge concentraties (>40 -- 100) leiden tot ademnood bij de vissen omdat het zuurstof uit het water verdreven wordt. 


Streven we een goede plantengroei na, dan zal er dus ook voldoende CO2 voorhanden moeten zijn. Als we na het meten van de pH en de KH in de groene vlakken van de tabel terecht komen, dan weten we in ieder geval dat het water waarschijnlijk voldoende CO2 bevat voor een goede plantengroei en dat deze waarde niet te hoog is om schadelijk te zijn voor de vissen door een ongewenste zuurstofuitdrijving.