Uit artikel 10 blijkt dat een wat zure bodemgrond minder energie kost en de plant diverse voordelen biedt. Met dit gegeven in ons achterhoofd, gaan we nu verder in op de ideale bodemstructuur.

Bodemstructuur

De wortels kunnen per type plant nogal verschillen. Echte waterplanten gebruiken de wortels meer als hechting en nemen relatief minder voedingsstoffen op via de wortels. De zogenaamde moerasplanten ontwikkelen een uitgebreide wortelstructuur en maken daar ook veel gebruik van (zie ook artikel 10).

Voor de echte waterplanten is de bodemstructuur dan ook minder belangrijk. Grof grind of zand, het maakt niet zo heel veel uit. Groeien doen ze toch wel. We willen echter ook de moerasplanten goed bedienen. We zullen daarvoor toch een soort "gulden middenweg" voor moeten zoeken.

De gulden middenweg

Een veel gebruikte type bodemgrond is de volgende :

Fijn grind zorgt ervoor dat er voedingsstoffen vanuit het water goed door het grind heen kunnen komen. Dat heet diffusie. Afvalstoffen van vissen, organisch materiaal valt in het grind. De grove poriën tussen het grind zorgen ervoor dat er voldoende zuurstof in deze zone zit om bacteriën de kans te geven om deze af te breken.

Het fijne zand is gemengd met wat turf. In deze structuur kunnen wortels hun eigen ideale omgeving bouwen.

Diffusie

Voedingsstoffen kunnen de wortels ook via de waterstroom bereiken. Aangezien er normaal gesproken geen stroming heerst in de bodem, gebeurt dat door diffusie. Dit kan plaatsvinden via het water aan de oppervlakte van de bodem en via de bodem zelf.

In professionele kwekerijen staan de meeste planten in potten met de wortels in het water zoals te zien is op de foto links. Om het opname-proces te bevorderen, heeft het voedingswater een pH van rond de 6,4. Daarnaast wordt voortdurend het gehalte aan ijzer, magnesium, kalium e.d. op peil gehouden.

Turf, klei en CEC-waarden

In de bovenstaande foto's hebben we turf gezien. Het opmengen van turf of klei in zand heeft positieve effecten. Turf of klei heeft als eigenschap dat ze ionen kunnen vasthouden. De anorganische voedingsstoffen (zoals Fe, Mg of Zn), kunnen door de wortels gebruikt worden. 
De CEC-waarde (Cation Exchange Capicity) is een getal dat staat voor de bindingscapaciteit van een bepaalde verbinding.

Hier zijn enkele waarden die gelden voor de adsorptie (binding) van ammonium :

  • Turf 100 - 150 meq / 100gram
  • Klei 50 meq / 100 gr
  • Leem 20 meq /100gr

Kleimineralen bezitten aan de oppervlakte een negatieve lading. Daardoor kunnen ze positief geladen ionen zoals bijvoorbeeld K+ of Mg2+ aantrekken en binden (adsorberen). Er ontstaat op deze manier een soort reservoir waaruit een plantenwortel voedingsstoffen kan halen.

Turf bezit deze eigenschap ook, maar heeft als voordeel dat het naast een veel hogere CEC-waarde ook humuszuren afscheidt die een zuurder milieu bevorderen. Daarnaast biedt de afbraak van turf door bacteriën de plant ook nog eens de essentiële voedingselementen N, P en S aan. Turf is als organische stof namelijk opgebouwd uit deze elementen.

Zware of lichte voedingsbodem

Er wordt veel geschreven over de ideale voedingsbodem voor planten. We moeten vooral niet vergeten dat ook andere factoren (CO2 en licht) en grote rol spelen bij de groei van de plant. Maar we kunnen uit het bovenstaande verhaal wel een advies geven.

Een goede voedingsbodem :

  • 1 cm ongewassen zand
  • gemengd met turf en klei
  • opgehoogd met fijn grind 2-4 mm

We kunnen natuurlijk ook het fijne grind weglaten en alleen maar zand gebruiken. Dat is verder geen probleem.

Wij adviseren dus een lichte voedingsbodem. Dit omdat zelfs in een dicht beplant aquarium niet al het beschikbare bodemoppervlak ook daadwerkelijk benut wordt. Bij een zware voedingsbodem bestaat het gevaar dat er zoveel voedingsstoffen overblijven die niet door de plant benut kunnen worden, dat er een zware algenplaag kan ontstaan. Beter is het dan om de bodem plaatselijk bij te mesten door middel van wat extra klei of in de winkel verkrijgbare "mestkogels".

Bodemverwarming - bevordering diffusie

Een algemene uitspraak is dat "warme voeten" de plantengroei zou bevorderen. Een bodemverwarming zou dus goede groei bevorderen. Echter plantenwortels zitten in de natuur ook in koudere segmenten. De plantengroei wordt niet bevorderd doordat wortels er warmer bij gaan zitten, maar doordat door de toegevoegde warmte een verbeterde diffusie plaatsvindt. De warmtestroming zorgt zodoende voor een snellere aanvoer van voedingselementen elders uit de bodemgrond d.m.v. diffusie.

Vooral planten die relatief veel voedsel halen via de wortels, hebben daar profijt van zoals Echinodorus sp., of Cryptocorynes sp.

Het toevoegen van wat extra voeding rondom de wortels geeft over het algemeen hetzelfde resultaat.

Verder dienen we te bedenken dat bij gebruik van een bodemverwarming we verplicht zijn om grind te gebruiken. Zand laat te slecht warmte en water door, zodat de bodemgrond een te hoge temperatuur kan bereiken. In dit geval worden de wortels "gekookt". Als we naar een biotoop streven met uitsluitend een zandbodem dan valt de optie bodemverwarming dus af.